Logo VNK

menu

Columns

Kunstgeschiedenis is overal

Het vak van kunsthistoricus lijkt actueler dan ooit. In de nieuwste en veelbesproken videoclip van popiconen Beyoncé en Jay Z spelen de schilderijen en beeldhouwwerken van het Louvre een hoofdrol. Om de video te duiden, is enige kunsthistorische kennis van deze werken onmisbaar. Want alleen aan de hand van de kunstgeschiedenis ontvouwen zich de vele betekenislagen van de briljante videoclip. De video laat zien dat beeldende kunst overal is, ook in het domein van de popmuziek. En kunstgeschiedenis is dat dus ook. Ons vak is relevant, zowel binnen de academische discipline zelf als daarbuiten.

Het verkennen en overschrijden van de grenzen van het vakgebied was ook het thema van het symposium dat het Courtauld Institute of Art in Londen onlangs organiseerde. 'Art History Undisciplined' had tot doel om de gangbare ideeën over wat kunstgeschiedenis is en voor wie, op de proef te stellen. De blik werd gericht op terreinen buiten de eigen discipline om te zien dat het vak er meer toe doet dan ooit. Kernbegrippen in het anderhalve dag durende symposium waren 'interdisciplinarity' en 'public engagement'.

Het vermogen om interdisciplinair te kunnen denken werd door de Britse academici genoemd als een van de kernen van het vak kunstgeschiedenis. Kunsthistorici zouden in eerste plaats opgeleid moeten worden tot kritische denkers die in staat zijn om beeld (en informatie in het algemeen) te kunnen beoordelen op basis van bewijsmateriaal. Deze vaardigheid is van groot belang in een maatschappij die steeds meer verzadigd is van beeld en waarin communicatie steeds meer plaatsvindt via beeld, niet in de laatste plaats vanwege de digitale revolutie. Bovendien wordt het steeds moeilijker om authentiek beeld te onderscheiden van gemanipuleerd beeld. Een begrip van wat we zien en hoe we zien is daarom onmisbaar geworden. En dat biedt kansen voor het vak kunstgeschiedenis.

Dat ons vak veel kan betekenen voor andere disciplines werd duidelijk in de verschillende lezingen tijdens het symposium. Suzy Lishman, president van de 'Royal College of Pathologists' sprak over het nut van het leren beschrijven van beeldende kunst voor de geneeskunde. Artsen worden door kunsthistorici getraind in het observeren en beschrijven van bijvoorbeeld moderne beeldhouwkunst. Het nauwgezet en helder kunnen formuleren van wat je ziet, is een vaardigheid die ook voor artsen zeer relevant is. Ook maken kunsthistorici zelf gebruik van de kennis binnen andere disciplines. Dr Alexandra Gerstein, conservator Beeldhouwkunst en Toegepaste Kunst van de Courtauld Gallery, werkte samen met bewegingsspecialisten van de 'Royal Central School of Speech and Drama' om de danssculpturen van Rodin beter te begrijpen en te kunnen interpreteren.

Daar waar de kunsthistoricus de kennis en vaardigheden mist, zou hij/zij dus over de grenzen van het eigen vakgebied heen moeten kijken en het gesprek en de samenwerking moeten aangaan met andere disciplines. Tegelijkertijd is het van belang dat wij kunsthistorici goed laat zien waar en hoe ons vak er toe doet. Daarbij helpt de technologie in het bereiken van een groter publiek. Amy Jeffs, PhD kandidaat aan de universiteit van Cambridge, liet bijvoorbeeld zien hoe ze in haar project 'The Digital Pilgrim' gebruik heeft gemaakt van social media. Het pluggen van digitale afbeeldingen van pelgrims insignes heeft de bekendheid van het grote publiek met dit fenomeen enorm vergroot. In het (Londense) academische veld wordt de toepassing van technologie echter ook gezien als een democratisering van academische kennis en daarom ervaren als een bedreiging voor de wetenschap. Echter, het één kan bestaan naast het ander. Belangrijk is het besef dat de verspreiding van digitale afbeeldingen een ander publiek dient dan academische publicaties. En beide hebben evenveel bestaansrecht.

Kunstgeschiedenis is overal. En het is aan ons om dat te laten zien. Maar hoe goed zijn wij daarin in Nederland, wat is bij ons 'de stand van het land'? In hoeverre kijken wij Nederlandse kunsthistorici over de grenzen van ons academische vakgebied heen en zoeken we de samenwerking met andere disciplines op? Wellicht zijn voorbeelden uit eigen land een mooi onderwerp voor een volgende column. Wie wil?

Marion van der Marel

 

Reageren op deze column? Graag! Dat kan via secretariaat@kunsthistorici.nl