Logo VNK

menu

Bulletin Kunsthistorici

Bulletin 2023-3: Vrouwen in de kunst verschenen

Steeds meer musea vestigen hun aandacht op vrouwen. Vrouwelijke kunstenaars krijgen een plek op zaal, hun perspectieven worden opnieuw belicht en het aankoopbeleid wordt onder de loep genomen. Onze redacteuren bespreken in dit Bulletin actuele ontwikkelingen en projecten én leggen uit waarom ze goede hoop hebben dat we deze aandacht voor vrouwen nu - in tegenstelling tot eerder - wèl vast kunnen houden.

Illustratie: Nonna Hoogland Illustratie: Nonna Hoogland

VAN DE REDACTIE

Ik heb het altijd boeiend gevonden dat tijdens mijn studie de collegezalen gevuld waren met vrouwen en slechts een handjevol mannen. En dat juist die paar mannen allemaal goed terecht kwamen. Het ging ze als man zogezegd wat ‘gemakkelijker’ af. Of leek dat zo door mijn eigen perceptie als vrouw, met een onbewust, diepgeworteld en intergenerationeel minderwaardigheidscomplex, dat telkens weer bevestigd werd door de ogenschijnlijke ‘superioriteit’ van de man? Hoe dan ook, vrouwen zijn het inmiddels zat om niet gelijk behandeld te worden, dat is vast niemand ontgaan. En vrouwen zijn het blijkbaar ook zat dat in Nederlandse musea nog steeds bar weinig werken van vrouwelijke kunstenaars aan de muur hangen.

Voor wie het nog niet wist: vrouwen zijn dus ‘in’. Sla een willekeurig beleidsplan van een museum open en de representatie van de vrouw is niet te missen, gevat in termen als ‘diversiteit’ en ‘inclusiviteit’. Termen die je nu om de oren vliegen, maar pas de laatste jaren kwamen boven drijven in het publieke debat en daarmee ook in museumland. Objectteksten worden volgens de laatste mode aangepast, onderzoeksprojecten in naam van de vrouw worden opgetuigd en in menig aankoopbeleid verscheen een vrouwenquotum. Om daar nog een schepje bovenop te doen, wijden we nu een heel nummer aan deze trend: het onderzoek naar vrouwen in de kunst. We belichten het onderwerp van verschillende kanten. Een paar mannen mochten zelfs hun ‘superieure’ mening geven.

Deze ‘trend’, deze bovenmatige interesse in kunst van vrouwelijke makers en verzamelaars voelt als iets nieuws, maar is dat zeker niet. Hoe konden al die eerdere oplevingen ongezien weer uitdoven? Geen enkel museum in Nederland lijkt de huidige ‘inhaalslag’ te willen missen. Nog belangrijker en waar waarschijnlijk iedere voorvechter voor meer vrouwen in de kunst op hoopt: beklijft het nu wel? Ik ben doorgaans wat sceptisch van aard, maar ik heb goede hoop. En wie weet bestaat er wel een verband tussen de gendersamenstelling van kunstgeschiedenisstudenten en deze focus op vrouwelijke kunstenaars. Als dat zo is, krijgen die arme mannen het nog zwaar.

Namens de hele redactiecommissie wens ik jullie veel leesplezier!

Lisette Luijkx